Katholiek - de Kempen - De geregelde stamreeks vangt aan met Cornelis Martenszn. van Ryckevorsel, wiens echtgenoote Cornelia Bernagiën overleed in 1599. Bij Koninklijk Besluit d.d. 15 september 1829, n° 4 werd Augustinus Theodorus van Ryckevorsel verheven in den Ned. Adel, en bij Koninklijk Besluit d.d. 1 mei 1841, n° 9 | 184 |
werd hem verleend de titel van baron bij eerstgeboorte. Bij Koninklijk Besluit d.d. 18 februari. 1831, n° 88 werd Jaoobus Josephus van Ryckevorsel verheven in den Ned. Adel en bij Koninklijk Besluit d.d. 15 september 1842, n° 97 werd hem verleend de titel van baron bij eerstgeboorte. | 185 |
Uit Rijckevorsel in de Kempen afkomstige familie, die eind 16e eeuw in Breda leefde en eind 17e naar 's-Hertogenbosch trok. De oudere tak, zich naar eene voormoeder van Kessel noemende, werd verheven 1829 en kreeg 1841 titel van baron bij eerstgeboorte, de jongere tak, verheven 1831, evenzoo in 1842. De oudste tak bezit tal van stamhouders, de jongere evenzeer. Er zijn niet-geadelde takken. | 146 |
1986 |
Van RijckevorselAdelijke familie in Noord-Brabant; jhr. mr. dr. Augustinus Bernardus Gijsbertus Maria van Rijckevorsel studeerde rechten in Utrecht, had van 1916 tot 1918 zitting in de Tweede Kamer voor de R.K. Staatspartij; was van 1928-45 commissaris van de koningin in Noord-Brabant, welke functie in de oorlog 1940-44 commissaris der provincie werd genoemd; jhr. mr. R.A. van Rijckevorsel (1896-1967), die het kasteeltje De Wamberg in Berlicum bewoonde, was bekend om zijn activiteiten, o.m. als voorzitter voor de Brabantse Schuttersgilden; leverde een bijdrage voor het werk De Schuttersgilde; speelde een vooraanstaande rol in de Lieve Vrouwe Broederschap in Den Bosch.
Encyclopedie van Noord-Brabant (1986) 467-468
|
|
2017 |
Het is het land dat je roept„Valt tegen hè?” Een conclusie die hij geregeld moet trekken. En steeds gaat daar dezelfde vraag aan vooraf: of ze van adel zijn, die Van Rijckevorsels. En nee, het is echt niet eens zo’n gekke vraag.
Theo van de Zande | Brabants Dagblad donderdag 3 augustus 2017 | Regio 8-9
|
|
2018 |
Klaasje DoumaBrabantse adel: een Bossche kliek?
Bossche Kringen 2 (2018) 60-65
|
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten XLIV (1979) 96
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 51, 69, 71, 72-73, 77, 139, 140, 147
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 127, 154, 180, 184, 186-187, 189-190, 193, 200-201, 222-223, 229, 233-234, 307, 328, 352, 356, 425, 453; Bijlage 13, 19, 26, 40, 46, 49, 71-72, 127, 142, 161, 184, 186, 203, 223, 226
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 339-345
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, 's-Hertogenbosch in de Bataafse en Franse tijd (1955) 137
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Bankieren in Brabant in de loop der eeuwen LXXIII (1987) 176, 244, 245
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Bestaan in bedrijvigheid XXXII (1975) 106n, 110n, 195
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 241, 245
F.G.G. Govers, Het geslacht en de firma F. van Lanschot 1737-1901 XXV (1989) 208
Jochem Kroes, Nederland's Patriciaat 1972-2009 (2016) 23, 25-26, 36, 44, 46-47, 49-50, 55-56, 58, 60, 62-63, 66, 110-111, 147, 154-155, 156, 159-160, 162, 168, 171, 186, 191, 200, 245-246, 251, 255, 310-311, 313, 323, 326, 335, 340, 351, 359, 361, 365, 368, 385, 393-394, 401
A.M. Lauret, Per imperatief mandaat X (1967) 83, 394, 395n
Elisabeth Leijnse, Cécile en Elsa, strijdbare freules (2017) 121, 124
Nederland's Adelsboek (1926) 484-495; (1930) 489-500; (1934) 485-496; (1938) 505-517; (1950) 410-435; (1958) 70-92; (1964) 72-96; (1970) 76-103; (1978) 382-413; (1985) 392-424
Nederland's Adelsboek : Historisch gedeelte I (1925) 184-185; II (1930) 189
Noordbrabants Historisch Jaarboek 33 (2016) 133; 17-18 (2000-2001) 122, 124, 132
Maarten Prak, Republikeinse veelheid, democratisch enkelvoud (1999) 244
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) I. 135, 184, 198, 199, 227, 244, 259, 261, 291, 292, 400; II. 47, 48, 49, 91, 203, 262, 349, 354, 483, 494; III. 16, 163, 164, 237, 247, 305, 347, 404, 410, 422, 548, 575
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) II. 297; III. 246
J.M.M. van der Vaart, Inventarisatie Algemene Begraafplaats Vught (2010) 447, 450, 451, 469
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 186